De Ronde van Sint Philipsland
Sint Philipsland is een vrij onbekend stukje Nederland, veel minder vaak bezocht dan andere delen van Zeeland. Twaalf jaar geleden, tijdens een etappe van het Oosterscheldepad, kon ik al constateren dat dat niet helemaal terecht is. Helaas is het gebied lastig te bereiken met het openbaar vervoer. Maar gelukkig kon ik reisgenoot C., die over een kampeerbusje beschikt, interesseren voor een tochtje naar het zuiden. Het leidde tot een bijzonder weerzien onder, zoals de Engelsen zeggen, dramatische wolkenluchten.
Eiland of schiereiland?
Afgezien van Zeeuws-Vlaanderen, is Sint Philipsland het enige stukje Zeeland dat geen eiland is. Het is een schiereiland dat vastzit aan Noord-Brabant. Zo leerde ik het tenminste vroeger op school. Maar het zit iets ingewikkelder in elkaar.
Eeuwenlang was Sint Philipsland wel degelijk een eiland. Van tijd tot tijd werd er een poldertje aan vast geplakt maar af en toe ging er ook weer land verloren. In 1859 werd het eiland een schiereiland door de aanleg van de Slaakdam, de verbinding met Noord-Brabant.
Kanaal
Maar sinds 1976 bevindt zich weer water tussen Sint Philipsland en Brabant: het Schelde-Rijnkanaal. Daarmee zou het gebied weer een eiland zijn, ware het niet dat de Krabbenkreekdam de verbinding vormt met Tholen en de Philipsdam de link legt met Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. Enfin, eigenlijk zijn er intussen zoveel dammen in dit deel van het land dat echte eilanden zeldzaam zijn.
Buien
We nemen een gok door op deze dag af te reizen naar Sint Philipsland want de weersvooruitzichten reppen van kans op zware buien. En inderdaad, de Grand Prix in Zandvoort en de wedstrijd Feyenoord-Almere City in de Kuip worden wegens noodweer tijdelijk stilgelegd. Onze gok pakt goed uit: op de snelweg, net voorbij Fijnaart, komen we in een wolkbreuk terecht maar bij aankomst in het dorpje Sint Philipsland is het bijna droog. En de rest van de dag zal er weinig regen meer vallen. Niet op ons hoofd tenminste; ten noorden en ten zuiden van ons zien we nog zeer donkere wolken voorbijtrekken.
Schorren
Via een paar smalle en stille landweggetjes tussen de velden met gewas bereiken we de noordkust van het (schier)eiland. Buitendijks ligt, langs een uitloper van de Oosterschelde, een schorrengebied: lage vegetatie doorsneden door kreken.
Windmolens
Aan de overkant van het Slaak staan, aan weerszijden van de Philipsdam, tientallen enorme windturbines. Ik ken mensen die die dingen niet mooi vinden maar voor een fotograaf zijn het het fijne objecten om vast te leggen. Zeker met het weidse landschap eromheen en de dreigende lucht erboven. Ik krijg er een beetje een H.G. Wells-gevoel bij: de Martians uit War of the Worlds met hun driepoten (okee, drie armen) die zojuist geland zijn om de mensheid te onderwerpen. Maar gelukkig hebben deze reuzen vriendeliker bedoelingen.
Stilte
Hoewel we nergens bordjes met “stiltegebied” zien is Sint Philipsland een oase van rust. Dat komt vooral doordat er geen doorgaand verkeer is. En het bestemmingsverkeer is, met één dorpje, één gehucht en een paar boerderijen, minimaal.
Oesters
Verder is het gebied ook nog niet ontdekt door het toerisme. Het kan natuurlijk ook een beetje aan de weersverwachting liggen, maar we komen geen enkele andere wandelaar tegen. Ook fietsers zijn geheel afwezig. We zien alleen een enkele hondenuitlater en af en toe wat groepjes mensen die op de zandbanken naar oesters of mosselen zoeken.
Veer
Na 9,5 kilometer komen we bij een haventje aan de westpunt. Hier voer tot 1988 het veer Anna Jacobapolder-Zijpe. Oudere bloglezers herinneren zich dat veer nog van de nieuwsberichten: bij dichte mist werd het tijdelijk uit de vaart genomen. Ooit was het veer een onmisbare schakel in de tramverbinding van de RTM tussen Steenbergen en Bruinisse. Later nam een kaarsrechte rijksweg de rol van de tram over.
Begin jaren zestig maakten jaarlijks bijna een miljoen passagiers de oversteek. Maar met de Zeelandbrug en de Grevelingendam kwamen er alternatieven. En na de aanleg van de Philipsdam was het veer helemaal overbodig en werd Sint Philipsland de stille uithoek die het nu is.
Er vaart overigens in de zomermaanden op sommige dagen een pontje voor voetgangers en fietsers. Maar vandaag is het zondag en dan wordt er in deze godvrezende streken niet gevaren.
Terras
Restaurant het Veerhuis is wel open. Tenminste: er staat een uitnodigend bord op de stoep en de voordeur is open. Maar we moeten letterlijk de keuken inlopen om iemand van de bediening te spreken. Enfin, de drankjes smaken er niet minder om, op het terras met uitzicht op de Oosterschelde, terwijl boven naburige eilanden nog een onweersbui overtrekt.
Zuidkust
We vervolgen de route langs de zuidkust. Hier ligt een grote zandplaat met de poetische naam Dwars in de Weg. En aan de overkant van de Krabbenkreek ligt het eiland Tholen, waarmee Sint Philipsland één gemeente vormt. We gaan een heel klein stukje landinwaarts om ook natuurgebied de Bruintjeskreek nog even mee te nemen. De luchten blijven spectaculair maar worden wel wat vriendelijker van karakter.
Gras
We lopen kilometers lang over een wat hobbelig graspad over de dijk. Aan weerszijden van de dijk liggen totaal verschillende landschappen. Links bijna abstracte, grootschalige velden met hier en daar een bosje of een boerderij. Rechts een uitgestrekt gebied met slikken en schorren: zand- en moddervlakte met hier en daar begroeiing en een fijnmazig net van waterstroompjes.
Dorp
Na kilometers grasdijk gaat het pad over in asfalt en komen we terug bij het dorp. We lopen er nog een rondje. Er is weinig volk op straat; uit de kerk klinkt gezang. Na een wandeling van 18,6 kilometer zijn we weer bij de okergeel geverfde molen De Hoop waar de bus van reisgenoot C. geparkeerd staat.
Samengevat…
Sint Philipsland is, om het allemaal even samen te vatten, misschien niet onder alle weersomstandigheden de ideale wandelbestemming. Maar als het weer een heel klein beetje meezit is het een prachtig stukje Zeeland met mooie landschappen en een rust die je nog maar zelden tegenkomt.