Space art met dikke klodders virtuele verf
Space art (of moet ik ruimtekunst zeggen?) is ouder dan je zou denken. Zo maakte ene Giotto di Bondone uit Florence al in 1301 een schilderij waarop de komeet van Halley te zien was. Maar de grote doorbraak kwam pas aan het eind van de negentiende eeuw, toen sciencefictionschrijvers als Jules Verne en H.G. Wells boeken gingen schrijven die geïllustreerd moesten worden.
Space art-pioniers als Chesley Bonestell, Pat Rawlings en Don Dixon gebruikten de middelen die hen in hun tijd ter beschikking stonden: verf, houtskool, krijt, potlood. Tegenwoordig gebruiken space artists, en filmmakers niet te vergeten, digitale gereedschappen waarin niets onmogelijk is. Ruimteschepen van een kilometer lang waar je ieder krasje op kunt zien: net zo makkelijk. In een paar seconden afdalen van outer space naar een exotisch planeetoppervlak: geen probleem. Een vloot helicopters met libellevleugels: doen we even.
Ik vond het leuk om even een stapje terug te doen en weer eens wat schilderachtige ruimtekunst te maken, waar de klodders verf op ruw canvas gesmeten en gesmeerd lijken te zijn. Al heb ik het zevenluik op deze pagina dan wel weer met computertechnieken gemaakt. Samen vertellen deze verschilderingen een verhaal; ik presenteer ze hier in de juiste chronologische volgorde.
1 – Familieportret
Allereerst de acht planeten van ons zonnestelsel, zoals ze er altijd al geweest zijn. Of nou ja, altijd… sinds een jaar of 4,5 miljard. En ze blijven nog wel een paar miljard jaar, schat ik.
Ik snap nooit zo goed dat de meeste mensen die acht planeten niet kunnen herkennen of in de juiste volgorde kunnen zetten. We weten toch ook ongeveer hoe groot onze buurlanden zijn en waar ze liggen? Enfin, dit eerste schilderij in de serie kan wellicht behulpzaam zijn. We zien, van linksboven met de klok mee, de gasreuzen Uranus, Jupiter, Neptunus en Saturnus. En in het midden de kleinere planeten, weer van linksboven met de klok mee, Venus, Mercurius, de Aarde en Mars. Dat laatste planeetje komen we in dit zevenluik nog een paar keer tegen.
En nee, Pluto is geen planeet. Ceres, Quaoar en Makemake ook niet. Maar dat leg ik een andere keer wel uit.
2 – Onbemand
Momenteel zitten we in de fase van de onbemande verkenners. Okee, er hebben twaalf mannen op de Maan gelopen, maar verder is de ruimtevaart tot nu toe vooral een zaak van robots. Tot in de verste uithoeken van het zonnestelsel, and beyond, zijn ze intussen geweest, de satellieten, landers en wagentjes.
Hier zien we een van die ruimtesondes, Huygens genaamd, die in 2005 landde op Saturnusmaan Titan. Een Europese sonde, dus betaald van onze belastingcenten en nog genoemd naar een Nederlander ook. Daar mogen we best een beetje trots op zijn.
Titan is een bizar hemellichaam, met een dikkere atmosfeer dan de Aarde, een ondergrondse oceaan van ammoniak en meren van vloeibaar methaan. Ik verzin dit niet, zou Sylvia Witteman zeggen. Hoe moet je je het landschap op zo’n vreemde wereld voorstellen? Als space artist kun je daar je fantasie de vrije loop over laten. Dat deed ik voor de space art-wedstrijd die de ESA uitschreef ter gelegenheid van de landing.
3 – Een kleine stap
Ooit, als we elkaar hier op Aarde niet de hersens inslaan, zullen de voornoemde robots gevolgd worden door astronauten. En de meest logische eerste bestemming is Mars, kosmisch gezien om de hoek. Al decennialang ligt een bemande Marslanding een jaar of vijftien in de toekomst; momenteel houdt NASA rekening met ergens in de jaren dertig, al denkt Elon Musk dat het sneller kan.
Deze illustratie maakte ik oorspronkelijk voor het feuilleton Home is where the Hab is, in Voorwaarts Mars, het legendarische tijdschrift van de Mars Society Nederland. Inmiddels is dat verhaal alternate history want de landing van deze Europese expeditie, aangestuurd vanuit Noordwijk, vond plaats in 2014.
We zien het ruimteschip kort na de landing. Het laddertje is uitgeschoven, de wereld kijkt in spanning toe. En vraagt zich af of de eerste vrouw op Mars net zo’n goeie oneliner klaar heeft als Neil Armstrong destijds. En ja hoor…
4 – Zeilen
Allemaal leuk en aardig, die ruimtevaart, maar kan het niet wat duurzamer? Jazeker, dat kan, bijvoorbeeld met een zonnezeil. Het komt misschien als een verrassing maar ook in het interplanetaire vacuüm kan er gezeild worden. Het licht van de zon oefent een kracht uit op ruimteschepen. Weliswaar een kleine, maar wel constante kracht. En met een zeil dat groot genoeg is zou je heen en weer kunnen reizen tussen bijvoorbeeld de Aarde en Mars, zonder een druppel brandstof te gebruiken. Al moet je nog wel eerst met een conventionele raket in een baan om de Aarde moeten komen. Ook landen met een zonnezeilschip raad ik trouwens niet aan.
We zien hier het zonnezeilschip SV Carl Sagan in een baan om Mars; de planeet weerspiegelt in het reflecterende oppervlak van de zeilen. De Carl Sagan is een zusterschip van de Johannes Kepler, die ik eerder portretteerde in een baan om de Aarde.
5 – In de lift
De eerste zonnezeilscheepjes hebben inmiddels al gevlogen. Zo ver is het nog niet met een andere belofte voor duurzame ruimtevaart: de ruimtelift. In een baan om de Aarde komen zonder het geweld van een raketlancering, dat zou nog eens een doorbraak zijn. Helaas zijn de technologische uitdagingen ontzagwekkend. Maak maar eens een kabel van 36.000 kilometer die niet bezwijkt onder zijn eigen gewicht.
Bij hemellichamen met een minder sterke zwaartekracht, zoals de Maan of Mars, kun je volstaan met minder lange en/of minder sterke kabels. Niet dat het dan ineens simpel wordt, maar toch: de ruimtelift van Pavonis Mons uit Kim Stanley Robinson’s Red Mars zal er waarschijnlijk eerder zijn dan die van Sulawesi.
6 – Terraforming
Het bouwen van een ruimtelift is weer een eitje vergeleken bij een volgend ambitieus project: de terraforming van Mars, en daarna wellicht van andere werelden. Want Mars is een prachtige planeet, met diepe kloven, hoge vulkanen en kraters in alle soorten en maten, maar er zijn een paar nadelen. Het is er koud, droog en stoffig en de atmosfeer is dun en giftig. Als je daar eens wat aan zou kunnen doen…
Het goede nieuws is: dat kan. Het slechte nieuws is: dat gaat wel even duren. Het kost een paar eeuwen maar dan heb je ook wat. We zien hier het noordelijk halfrond dat deels bedekt is met een bescheiden oceaan waarover weersystemen en wolkenvelden hun pad zoeken. In het uiterste noorden zien we de poolkap, langs de kusten van de oceaan schiet het groen wortel terwijl de zuidelijke hooglanden weliswaar makkelijker toegankelijk zijn dan vroeger maar nog grotendeels hun ruige voorkomen behouden hebben. Ik zou er graag eens een paar lange afstandswandelingen maken.
7 – Oppie on tour
Het laatste beeld uit deze reeks verschilderde space art is van NASA’s Marsrover Opportunity. Die landde in januari 2005 in Meridiani Planum. De verwachting was dat het karretje een maand of drie rond zou rijden en dan de geest zou geven; het leven op Mars is ook voor een robot niet makkelijk. Maar Opportunity bleef jarenlang onverstoorbaar rondtuffen op de Rode Planeet en stuurde de ene na de andere prachtige foto naar de Aarde.
Sinds 2018 is er niets meer vernomen van de dappere verkenner. Maar je weet het nooit: misschien is alleen de radio stuk en rijdt Oppie nu op eigen initiatief verder over het Marsoppervlak. Hier zien we ‘m in een verre toekomst, als de terraforming op gang gekomen is, tussen waterpoelen en lage begroeiing. Een beetje stoffig en roestig, maar nog steeds vol belangstelling voor zijn onherkenbaar veranderde leefwereld.
Terzijde: hoe laat zou het zijn op Mars? Ook daar schreef ik een blogpost over.