Op 9 en 10 september gingen er weer deuren open die doorgaans gesloten bleven. Hoewel de naam nog steeds enkelvoud is, beslaat de Open Monumentendag intussen het hele tweede weekend van september. Veel Rotterdamse monumenten heb ik in de loop der jaren op deze dagen van binnen gezien. Maar gelukkig biedt het programma ieder jaar nieuwe verrassingen. En soms is het ook best leuk om een monument nogmaals te bekijken.
Schielandshuis
In het Schielandshuis was ik natuurlijk al wel eens geweest, in de tijd dat Museum Rotterdam er nog zat. Tegenwoordig zit Rotterdam Partners er, een organisatie die zich inzet voor de promotie van de stad (en niemand kan ontkennen dat ze daar de laatste tijd vrij succesvol in zijn)
Een groot deel van het gebouw is opnieuw ingericht, modern en ook erg smaakvol. Maar gelukkig zijn de stijlkamers op de begane grond er nog steeds:
Stadhuis
Ook in het Stadhuis was ik natuurlijk wel eens geweest, al was het maar om af en toe mijn stem uit te brengen. Tijdens de Monumentendag kregen we een rondleiding vol kwinkslagen en anekdotes, door een van de bodes, langs een aantal ruimtes waar je normaal niet zo makkelijk in komt, zoals de trouwzaal en de werkkamer van de burgemeester. En de Burgerzaal, bekend van de huldigingen van Feyenoord, maar dan valt meestal niet zo op was een fraaie ruimte het is.
Atoomschuilkelder
Ook een overheidsgebouw, maar van een heel andere orde, is de atoomschuilkelder onder het Museumpark. Ooit waren er veel meer maar die zijn bijna allemaal opgeruimd; iets wat bij deze schuilkelder niet nog gebeurd is omdat er dan gegraven moet worden in de Westzeedijk. De Stichting Cultureel Erfgoed Koude Oorlog maakt zich nu sterk voor het behoud van deze overblijfselen uit een nog vrij recent verleden.
Ons bezoek aan de schuilkelder was een claustrofobische ervaring. De ruimte is ongeveer 2 bij 7 meter en kon bij een aanval met kernwapens 50 mensen twee dagen lang onderdak bieden. Ik vond het eerlijk gezegd met zo’n 30 bezoekers al knap benauwd worden. En dan waren wij slechts een kwartiertje binnen, was de poepdoos niet in gebruik en bleek de wereld zoals we die kenden na terugkeer boven de grond nog steeds te bestaan.
Steigerkerk
Enig kerkbezoek is tijdens Open Monumentendag onvermijdelijk. Toen een hevig noodweer over de stad trok vonden we, hoe toepasselijk, toevlucht in de Steigerkerk. Gelegen aan, inderdaad, het Steiger, midden in het centrum op een steenworp van de Hoogstraat. Een kerk uit de wederopbouwperiode en daardoor vrij sober, maar wel met een prachtige glas-in-loodvoorgevel. Ik had wel, nu ik de foto terugzie, even die twee stoeltjes links vooraan uit beeld moeten schuiven. Maar misschien zijn die nog wel weg te shoppen. Hm…
Bergsingelkerk
Een stuk ouder, uit 1913, is de Bergsingelkerk. Gelegen aan, inderdaad, de Bergsingel in het Oude Noorden. Gebouwd in protest-rationalistische stijl naar een ontwerp van architect Tjeerd Kuipers. Met, rationalistisch of niet, ook hier hele mooie glas-in-loodramen.
De Hef
Een hoogtepunt van de Open Monumentendagen was wat mij betreft het bezoek aan de Hef, de iconische spoorbrug over de Koningshaven. Een brug die, sinds de opening van de spoortunnel in de jaren negentig, geen functie meer heeft. En waarvoor je ook niet zo makkelijk een nieuwe functie zal vinden. Alle lof dus voor de overheden die, in het doorgaans vrij sloopgrage Rotterdam, besloten de Hef te behouden. Onlangs is de brug ook gerestaureerd en staat al het staal weer mooi in de verf.
Helaas konden we niet helemaal naar boven in een van de torens maar ook vanuit de machinekamer was het zicht op de staalconstructie fenomenaal.
Witte Huis
Een ander hoogtepunt, maar dan meer letterlijk, vormde het dak van het Witte Huis. Europa’s oudste wolkenkrabber mag dan slechts 43 meter hoog zijn, de meeste gebouwen in de directe omgeving zijn net iets lager waardoor ook hier het uitzicht geweldig is. En zo werd de Open Monumentendag ook nog een soort reprise van de Dakendagen.
Museum Oud Overschie
Na een bezoekje aan de Grote Kerk van Overschie, waar helaas het beklimmen van de toren van overheidswege verboden bleek te zijn, eindigden we onze monumentenexpeditie bij Museum Oud Overschie. Achter drie piepkleine pandjes in de Dorpsstraat gaat een uitgebreid complex schuil met onder andere een melkfabriek, tuinen, werkplaatsen en een kerkhof. Het geheel door vrijwilligers gerunde museum beschikt verder over een mooie collectie voorwerpen uit vervlogen tijden, waaronder de onderstaande koffiemolens en andere randapparatuur. Wij waren inmiddels overigens wel aan wat sterkers toe dan koffie.
Leuk om onze schuilkelder op de blog terug te zien!
Dank voor de openstelling!