Vreemd genoeg is-ie me vorig jaar in de herfst voor het eerst echt opgevallen en nu zie ik ‘m ineens overal: de amberboom oftewel de liquidambar styraciflua. Tijd voor een fotografische hommage aan deze moeder aller herfstbomen.
Amerika
De amberboom komt oorspronkelijk uit het zuidoosten van de Verenigde Staten, ruwweg uit de driehoek New York – Houston – Orlando. Daarnaast groeit de styraciflua van oorsprong ook in wat hoger gelegen gebieden in Midden-Amerika.
Kauwgomballenboom
In Amerika hebben ze een hele reeks verschillende namen voor de amberboom. Ik citeer Wikipedia: American sweetgum, American storax, hazel pine, bilsted, redgum, satin-walnut, star-leaved gum en alligatorwood.
Luchtig terzijde: Google Translate vertaalt sweet gum tree met süßer Kaugummibaum. En dat doet mij weer denken aan aan een klassieker uit mijn vroege jeugd: De Kauwgomballenboom van Elly en Rikkert. Wellicht vormde de amberboom, met zijn veelkleurige blaadjes, ooit de inspiratiebron voor dit liedje.
Tuinen, parken en lanen
In Nederland zie je de amberboom vooral in tuinen en parken. Een laanbeplanting met styraciflua’s komt helaas niet zoveel voor. Maar er zijn uitzonderingen, zoals de Rozenburglaan in Kralingen (foto hierboven). En op het G.W. Burgerplein in Rotterdam-West staan ze zelfs drie rijen dik!
Psychedelisch
Een groot deel van het jaar is de amber een vrij onopvallende boom, maar in de herfst gaan alle registers open en onstaat een psychedelisch kleurenfestijn waarbij haast iedere kleur mogelijk lijkt: groen, geel, oranje, rood en zelfs paars.
Bolletjes
Behalve aan de vijfpuntige bladeren is de amberboom ook goed te herkennen aan de groene, stekelige vruchtbolletjes.
Boompjes
Een amberboom kan 45 meter hoog worden, maar hier in Nederland zie ik ze zelden hoger dan een meter of tien. Misschien komt dat omdat het over het algemeen nog vrij jonge boompjes zijn. Maar ze worden vierhonderd jaar oud, dus dat belooft nog wat voor de toekomst.
De grootste amberboom die ik ken staat in Het Park. Zo hoog als de Euromast is die ook weer niet; dat is een gevalletje perspectivische vertekening. Maar de twintig meter tikt hij toch wel aan, schat ik.
Zoete gom
De officiële benaming Liquidambar Styraciflua werd in 1753 bedacht door de legendarische botanicus Linnaeus. Maar wat betekent die naam nou eigenlijk? Het blijkt te slaan op de prettig ruikende gom die de bladeren afscheiden en die uit de bast afgetapt kan worden. Liquidus is Latijn voor vloeibaar, ambar is Arabisch voor gom, styrax is de hars van deze specifieke soort. Ook de Engelse naam sweet gum tree verwijst naar die zoete hars, die vanouds al door de inheemse Amerikanen werd gewaardeerd.
Met andere woorden: de naamgeving heeft niets te maken met de uiterlijke schoonheid van de boom, maar met z’n innerlijke kwaliteiten. Toch ben ik zelf nog het meest enthousiast over die uiterlijke schoonheid.
Nu zie ik ook overal Amberbomen.