Als het ‘s winters niet zo vroeg donker was, was het ‘s zomers niet zo lang licht. Wat dat betreft is het eerlijk verdeeld in de wereld: over het hele jaar genomen is het overal even lang licht en donker. In feite zijn we nu aan het sparen voor straks. Maar er is nog een reden om niet al te somber te zijn over die korte dagen.
Eerst even wat theorie
De kortste dag valt dit jaar op 21 december. Natuurlijk duurt het etmaal ook dan gewoon 24 uur maar op die dag is de zon het kortst te zien.
Minder bekend is dat de kortste dag niet samenvalt met de laatste zonsopkomst of de vroegste zonsondergang.
De vroegste zonsondergang is namelijk op 12 december. In mijn woonplaats Rotterdam gaat de zon dan al om 16.30 onder.
De laatste zonsopkomst valt tweeënhalve week later, op 31 december. In Rotterdam zien we de zon dan pas om 8.49, als het weer meezit natuurlijk.
Het heeft allemaal te maken met het feit dat de baan van de Aarde om de Zon geen perfecte cirkel is maar een ellips. Wikipedia legt het uit.
Lichtpuntjes
De meeste mensen zijn niet dol op die donkere dagen. Opstaan en ontbijten in het donker, thuiskomen en avondeten in het donker; je zou er depressief van worden.
Maar om te fotograferen is het een toptijd. De laagstaande zon zorgt voor veel mooier licht dan in warmere jaargetijden. En favoriete momenten als het gouden uur en het blauwe uur vallen veel gunstiger.
Weer even wat theorie: het gouden uur valt net na zonsopkomst en net voor zonsondergang; het blauwe uur valt net voor zonsopkomst en net na zonsondergang. En ze duren natuurlijk niet precies een uur; de optimale omstandigheden zijn meestal aanzienlijk korter.
In de zomer moet je ‘s avonds wel erg lang wachten voor die mooie fotomomenten, om maar te zwijgen van de onmenselijke uren waarop je ‘s ochtends je bed uit moet voor de vroege variant. ‘s Ochtends om een uur of negen en ‘s middags rond half vijf, dat zijn dan veel prettiger tijdstippen.
Stadsfotografie
Voor stadsfotografen komt daar nog een voordeel bij. In de zomer zijn kantoorgebouwen rond zonsopkomst- en ondergang meestal donker, maar in de winter zijn daar de lichten op die momenten de lichten al, of nog, aan. Om maar te zwijgen van de Kerstverlichting.
Ik ga dan ook in deze donkere dagen vaak met mijn Nikon D5100 de stad in tegen een uur of vier ‘s middags (ik moet toegeven dat het zelfs nu in de ochtend wat minder goed lukt).
Zonder statief
Meestal gebruik ik een klein diafragma (hoog f-getal) met als doel een grote scherptediepte. En een iso-waarde van 100 om zo weinig mogelijk ruis op mijn foto’s te krijgen. De sluitertijd is variabel en neemt natuurlijk snel toe naarmate het donkerder wordt.
Daar komt bij dat ik meestal drie foto’s maak met verschillende belichtingstijden, om die samen te voegen tot een HDR-plaatje met behulp van het programma Photomatix. Maar daarover binnenkort meer in een ander artikel.
Uit de hand fotograferen is, als het donker wordt, al snel niet meer mogelijk. Toch neem ik zelden een statief mee. De stad is vol met muurtjes, kastjes, bankjes, paaltjes, hekjes, richels, vuilnisbakken en kaderanden die een stabiele ondergrond vormen voor mijn camera. En met de 2 seconden-zelfontspanner voorkom ik iedere trilling die mijn foto’s onscherp kan maken.
De show begint
De lichtshow begint eigenlijk al een uur voor zonsondergang. Kunstlicht is nog nergens te bekennen, maar de lage zonnestand zorgt al voor een bijzondere sfeer.
Een kleurig palet
Als het meezit met het weer begint de lucht nu langzaam te verkleuren: een mengeling van rood, geel, blauw, wit en grijs en alle tinten die daarbij in de buurt liggen. Binnen gaan de eerste lichten aan. Of ze waren al aan maar ze beginnen nu op te vallen:
De sluitertijden nemen toe waardoor snel bewegende objecten vervagen:
Sfeer
Terwijl het kunstlicht sterker wordt, wordt het daglicht zwakker. De sfeer wijzigt met de minuut:
Straatlantaarns en lichtreclames gaan aan; spotlights op gebouwen beginnen op te vallen:
Lichtstrepen
Als de zon onder is krijgt de hemel een donkerblauwe kleur. De sluitertijden zijn nu zo lang dat auto’s lichtstrepen veroorzaken:
Vervaging en reflectie
Wateroppervlakken krijgen een surrealistische vaagheid. Voor het menselijk oog begint het donker te worden maar voor een camera is er nog genoeg licht om kleuren en vormen van gebouwen goed te laten zien:
Bebouwing en licht weerspiegelen in natte oppervlakken. De sluitertijden zijn nu zo lang dat mensen niet meer zichtbaar zijn op de foto, wat een vervreemdend effect geeft:
Verschuivend evenwicht
Het daglicht trekt zich verder terug, het kunstlicht wordt dominanter:
Een onverwacht cadeautje
Soms gebeurt er, als het bijna helemaal donker is, nog iets onverwachts. De foto hieronder werd gemaakt op een avond dat het grotendeels bewolkt was. De zonsondergang was daardoor niet al te spectaculair. Maar toen ontstond er ver weg boven de Noordzee toch nog een gaatje in de bewolking waar de zon nog wat laatste stralen doorheen perste. Dat zette de stad in een bijzonder, mysterieus licht:
De komende weken duren de mooie tijden nog even voort. ‘s Middags is de zon voorzichtig aan de weg terug begonnen; ‘s ochtends kun je bijna uitslapen en toch nog op tijd zijn voor achtereenvolgens het blauwe en het gouden uur. Ik denk dat ik de komende week toch maar eens mijn wekker wat vroeger ga zetten.