Veel mensen hebben tijdens “corona” het wandelen ontdekt, zo wordt vaak gezegd. Maar reisgenoot A. en ik maakten ook voor het uitbreken van de covid-19-pandemie al wandelingen door het hele land, en soms daarbuiten. En toen werd het maart 2020 en was het openbaar vervoer ineens “alleen voor strikt noodzakelijke reizen”. Daar hebben we ons enige tijd braaf aan gehouden. Maar op een zeker moment begon het toch te wringen. Autobezitters tuften vrolijk het hele land door maar wij, bewust autolozen, zagen onze leefwereld plotseling beperkt tot een straal van een paar kilometer rondom de eigen woning. En aangezien A. in Leiden woont en ik in Rotterdam, waren gezamenlijke wandelingen volgens de letter van de wet verboden.
Coronawandelen
Na een aantal weken zijn we toch maar overgegaan op een rekkelijker uitleg van de maatregelen. En zo ontstond het verschijnsel van de coronawandeling: een wandeltocht in het gebied tussen Leiden en Rotterdam, waarvan het begin en eindpunt bereikbaar is met minimaal gebruik van het openbaar vervoer.
Het leverde het onderstaande fascinerende kaartje op. In de loop van ruim een jaar hebben we een soort web gespannen tussen onze woonplaatsen. We hebben in totaal achttien coronawandelingen gemaakt met als begin- en eindpunten 13 treinstations en 3 metrohaltes. De meeste wandelingen waren rond de twintig kilometer, maar bij Gouda-Rotterdam en Moerwijk-Kijkduin-Delft tikten we de 27 aan. In totaal dus een kleine 400 kilometer in ruim een jaar tijd.
Zuidvleugel
Het gebied tussen Leiden en Rotterdam staat onder planologen bekend als de Zuidvleugel van de Randstad. Een nogal verstedelijkt gebied; die spoor- en metrolijnen liggen er natuurlijk niet voor niets. Het mag dus goed bereikbaar zijn daar in het hart van de provincie Zuid-Holland, maar kun je er nog een beetje leuk wandelen? Het antwoord, na die bijna vierhonderd kilometer, is: ja, maar een gedegen planning is wel aan te raden.
Groen
Als je het een beetje uitkient kun je er een hele groene wandeling van maken want er zijn nogal wat parken, groenstroken, bossen, bosjes, landgoederen en natuurgebiedjes in de regio. Daar hadden we er natuurlijk in het verleden ook al wel eens een paar van bezocht maar pareltjes als bijvoorbeeld landgoed Ockenburg, het Hubertuspark en de Nieuwe Driemanspolder zagen we dit jaar voor het eerst.
Landschap
En zelfs in een verstedelijkt gebied als de Zuidvleugel zijn nog wel wat restantjes open weidelandschap te vinden, zoals rond het piepkleine dorpje ‘t Woudt.
Stedenschoon
Maar A. en ik zijn veelzijdige wandelaars; we halen onze neus niet op voor een stukje stedelijk gebied. Ik word er zelfs door A. op afgerekend als ik niet een industriegebiedje in de route opneem.
Hoogtepunt op het gebied van stedenschoon is mijn voormalige woonplaats Delft, ook rijk voorzien van horeca, in de schaarse maanden dat die open mocht zijn tenminste. Delft vormt dan ook een soort spin in het wandelweb: heel wat van onze coronawandelingen begonnen en/of eindigden hier.
Architectuur
Tijdens onze wandelingen “ontdekten” we ook nog een aantal leuke recente architectuurprojecten. De Sportcampus in het Haagse Zuiderpark bijvoorbeeld, of het stadskantoor aan de Leyweg. En natuurlijk het fraaie nieuwe station Lansingerland-Zoetermeer, al biedt al die fraaiheid geen excuus voor twee belangrijke mankementen van het gebouw: er is nauwelijks enige beschutting tegen de wind en er is geen kop koffie te krijgen.
Vinex
Zelfs een stukje Vinex zijn we niet uit de weg gegaan. En eigenlijk hebben die Vinexlocaties hun slechte naam een beetje ten onrechte; wijken als Wateringseveld en Ypenburg zijn opvallend gevarieerd, groen en waterrijk. En daardoor een stuk geslaagder dan de jaren zestig en zeventig-wijken waar ik opgegroeid ben.
Einde
In de trein op weg naar de laatste coronawandeling maakte A. de afspraak voor haar vaccinatie. Bij mij zat de eerste prik er toen al in. Rond die tijd werd ook de koppeling tussen “openbaar vervoer” en “noodzakelijk reizen” officieel opgeheven. Het tijdperk van de coronawandelingen lijkt ten einde te lopen. En dat is maar goed ook want die Zuidvleugel kennen we intussen wel. De ervaring heeft geleerd dat, gedwongen door de omstandigheden, er ook in een beperkt gebied heel wat mooie wandelingen te bedenken zijn. Maar ik heb inmiddels ook wel erg veel zin in dagtripjes naar exotischer oorden als, om er volstrekt willekeurig drie te noemen, de Betuwe, Zuid-Limburg of Texel.
Voetsporen
Voor enthousiaste hikers die, ook na corona, in onze voetsporen willen wandelen is hier, ter inspiratie, het kaartje nog een keer. Maar dan wel in een iets leesbaarder versie, waarop bovendien tot in detail ingezoomd kan worden.