Het is een traditie geworden: in de eerste weken van het jaar zet ik de wekker een paar maal heel vroeg. Met het doel foto’s te maken in het blauwe uur. Heel vroeg, dat is in mijn geval kwart voor zeven. Ik weet dat er mensen zijn voor wie dat klinkt als uitslapen, maar voor mij is het vroeg genoeg om de rest van de dag last te hebben van een soort jet lag. Ik heb het er voor over.
Zonsopkomst
De reden voor die vroege foto-expedities in januari, ik heb het vaker uitgelegd, ligt in de late zonsopkomst. De kortste dag valt weliswaar op 21 december maar de vroegste zonsondergang is al op 12 december en de laatste zonsopkomst is rond de jaarwisseling. Begin januari komt de zon in Rotterdam pas om tien voor negen boven de horizon. Vergelijk dat eens met eind juni als onze ster al om tien voor half zes zijn gezicht laat zien.
Humaan
Met andere woorden: in januari is dat blauwe uur nog binnen het bereik van gewone stervelingen. Vergeleken bij het onvoorstelbare tijdstip waarop je in juni het alarm moet instellen is kwart voor zeven nog redelijk humaan te noemen. Reden genoeg om me ook de afgelopen weken weer te mengen onder de haastige forenzen, de hardlopers en de hondenuitlaters, in de hoop mooie plaatjes te kunnen schieten van Rotterdam tegen een kleurige wolkenhemel. Dit jaar lukte me het maar liefst zeven keer zo vroeg op te staan.
Lockdown
Net als een jaar geleden was het de vraag in hoeverre de lockdown invloed zou hebben op de foto’s. Als in kantoren geen licht brandt en er veel minder verkeer is omdat iedereen thuiswerkt en als ook nog de winkels en horeca dicht zijn wordt de stad donker en saai, zou je denken. Maar dat viel mee. Aan de verkeersdrukte viel af te leiden dat het thuiswerkadvies maar zeer beperkt werd opgevolgd. De kantoorverlichting was overal op volle sterkte en de winkels en restaurants mochten dan gesloten zijn, ook daar brandde vaak het licht.
Koopgoot
Als je om half acht ‘s ochtends tijdens een lockdown door de Koopgoot loopt en alles is verlicht als op een post-pandemische Black Friday, vraag je je af of die feestverlichting eigenlijk ooit wel eens uitgaat. Baden de etalages ook om drie uur ‘s nachts nog steeds in het licht? Enfin, als bezorgde wereldburger heb ik er mijn bedenkingen bij maar als fotograaf ben ik er blij mee.
Kansspel
Het is lastig de avond van te voren het vooruitzicht op een mooie zonsopkomst goed in te schatten. Eigenlijk is het een soort kansspel met als potentiële hoofdprijs een kleurrijk spektakel. Half bewolkt, het icoontje met de wolk en het zonnetje, dat is in theorie de ideale weersverwachting die mijn hart sneller doet kloppen.
Wolkendek
Een dik wolkendek is funest voor de kleuren maar een zonsopkomst bij een wolkenloze hemel is ook een beetje saai. In het ideale geval zijn er genoeg wolken, in verschillende soorten en maten, om mooi aangelicht te worden, met voldoende ruimte ertussen voor de zonnestralen om doorheen te schijnen.
Mist
Ik dacht dat ik inmiddels genoeg ervaring had met het lezen van de weersvoorspellingen om op de juiste dagen de wekker te zetten, maar dit jaar zat het me niet mee. Van het voorziene half bewolkte scenario kwam zelden iets terecht. Een enkele keer waren er te weinig wolken, meestal waren er te veel. Sowieso hebben we in januari de zon belachelijk weinig gezien. En dan was het ook nog af en toe dagenlang mistig.
Natuurlijk zijn er ook bij bewolking of mist, zeker in het blauwe uur, best mooie stadsfoto’s te maken. Maar daar had ik de wekker niet voor gezet.
Gemist
Omgekeerd kwam het ook tot drie keer toe voor dat de weermannen (m/v) het voornoemde dikke wolkendek in het vooruitzicht stelden en ik dus de wekker maar niet zette, en dat de volgende ochtend bleek dat ik daardoor de zonsopkomst van het jaar heb gemist. Dan kijk je om half negen naar buiten en dan zie je dit…
Willekeurig
Volgend jaar ga ik daarom de weersites eens helemaal negeren. Gewoon, lang van te voren een paar willekeurige data prikken en dan op pad, weer of geen weer. Eens kijken hoe dat uitpakt.
Dat mooie plaatje van Rotterdam tegen een kleurige wolkenhemel kreeg ik uiteindelijk toch nog, op een ochtend dat ik er niet meer op rekende. Een brede wolkenband blokkeerde de oostelijke horizon, maar werd onverwacht toch nog fraai aangelicht door de zon, die wat zuidoostelijker opkwam dan ik had ingeschat.
Dik Wolkendek zou trouwens een mooie naam zijn voor een weerman, doch dit terzijde.