Voor ons mensen heeft een wereldkaart met de Zuidpool in het midden niet veel zin. Maar voor een pinguïn-cartograaf is zo’n Antarctische projectie de enige logische manier. Het laat zien hoeveel een wereldkaart zegt over de persoon die hem heeft gemaakt, of over de markt waarvoor deze is gemaakt.
Mooi in het midden
Hier in Europa vinden we het niet meer dan logisch de rand van de kaart te leggen in de Beringstraat en de Pacific. Daar woont toch bijna niemand en bovendien liggen we dan zelf mooi in het midden.
De Amerocentrische wereldkaart
In Noord- en Zuid-Amerika vindt men het, begrijpelijk, niet prettig om aan de rand van de kaart te wonen. Vandaar dat je daar wel kaarten ziet zoals hieronder, met Amerika in het midden. Dat de snede dan ergens tussen India en Thailand komt te liggen neemt men op de koop toe; dat is toch ver weg.
De Australocentrische variant
In het Verre Oosten en Australië ligt het dan weer voor de hand om de snede in de Atlantische Oceaan te leggen zoals op de kaart hieronder. Wij Europeanen krijgen er een beetje een perifeer gevoel van maar Nieuw-Zeeland wordt ineens het centrum van de wereld.
Goudlokje
Het is maar goed dat de Aarde een beetje in het midden van de Goldilocks-zone rond onze ster, de Zon, ligt. Dat is het gebied waar het niet te koud en niet te warm is voor leven zoals wij dat kennen. Daardoor is het op gematigde breedten goed uit te houden en in de tropen hooguit een tikje te warm voor veel mensen. Maar rond onze polen is het zo koud dat er bijna niemand woont.
Ook het feit dat de Aardas een graadje of 23,5 scheef staat, met drie maanden duisternis tot gevolg, komt de leefbaaarheid van de poolgebieden niet ten goede.
Het is daardoor niet zo’n ramp dat op de meeste wereldkaarten de gebieden in het uiterste noorden en zuiden er enigszins vervormd op staan. Zo lijkt Groenland ongeveer even groot als Australië terwijl het in werkelijkheid veel kleiner is. Om van Antarctica maar te zwijgen.
De polaire projectie
Maar stel dat onze planeet een stuk dichter bij de Zon zou staan. Of dat we met zijn allen de klimaatdoelstellingen van Parijs niet halen. Het resultaat is in beide gevallen een planeet waarvan alleen de poolgebieden bewoonbaar zijn. Dan heb je weinig aan een wereldkaart die juist daar alles vervormt en komt de polaire projectie in beeld:
We zien hier de Wet van Behoud van Ellende aan het werk: de vervormingen zijn er nog steeds, alleen nu op andere plaatsen.
Bij de arctische projectie, de linkerkaart met de noordpool in het midden, valt het nog niet zo op omdat er nu eenmaal weinig land is op het zuidelijk halfrond. Alleen Australië en Nieuw- Zeeland zien er wat verwrongen uit.
De antarctische projectie, rechts, gecentreerd rond de zuidpool, toont alleen Afrika, Zuid-Amerika, Australië en uiteraard Antarctica een beetje normaal. De noordelijker gelegen continenten worden tot absurde proporties uitgerekt.
De pinguïnprojectie
De arctische projectie wordt nog wel eens gebruikt, bijvoorbeeld in de vlag van de Verenigde Naties. Maar de antarctische projectie zie je eigenlijk bijna nooit, vandaar dat ik die maar eens wat verder uitgewerkt heb:
Aardzee
Zo ziet dus een pinguïn de wereld. Wat vooral opvalt is dat onze planeet eigenlijk helemaal geen drie oceanen telt, zoals we altijd leerden. Het is in feite één grote Aardzee, met een paar flinke eilanden (Antarctica en Australië) en een fors schiereiland: Zuid-Amerika.
En nee, voor Europees gebruik is deze kaart minder geschikt. Maar er wonen hier dan ook weinig pinguïns.
Andere dierlijke projecties: kaarten gemaakt door mollen en dolfijnen